Bel voor Advies: 020 646 11 84

De termijnen van de Wet Werk en Zekerheid

blogpost

De meeste werkgevers en werknemers weten dat er inhoudelijke wijzingen zijn doorgevoerd onder de nieuwe Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Veel werkgevers en werknemers weten echter niet dat de termijnen van de WWZ veelal korter zijn,

met als gevolg dat zij te laat zijn om hun vordering in te dienen en tegen de fatale termijnen aanlopen. De arbeidsrecht advocaten van Oudaen advocatuur willen u hierbij dan ook graag op de volgende termijnen wijzen.

Op staande voet ontslagen?

Indien u onterecht op staande voet bent ontslagen is het verstandig om zo snel mogelijk een arbeidsrecht advocaat in Amsterdam in de arm te nemen.

Vanaf 1 juli 2015 kunt u namelijk niet meer doormiddel van een brief het ontslag op staande voet vernietigen en wedertewerkstelling en loondoorbetaling vorderen, maar dient u binnen twee maanden een verzoekschrift in te dienen bij de kantonrechter. Indien u langer dan twee maanden wacht, dan staat het ontslag op staande voet vast !

Een vastellingsovereenkomst ondertekend?

Voor het in onderlig overleg beëindigen van een arbeidsovereenkomst geldt een schriftelijkheidsvereiste. De beëindiging dient in een schriftelijke stuk, de beëindigings- of vaststellingsovereenkomst te zijn neergelegd.
Indien een werknemer een beëindigings- of vaststellingsovereenkomst heeft gesloten met de werkgever, dan heeft de werknemer op grond van artikel 7:670 B BW een bedenktijd van twee weken, althans indien de bedenktijd in de overeenkomst staat vermeld. Indien de wettelijke bedenktijd niet in de vaststellingsovereenkomst staat vermeld, dan heeft de werknemer een bedenktijd van drie weken. Gedurende de bedenktijd heeft de werknemer het recht om zonder opgaaf van reden de beëindigingsovereenkomst te ontbinden.

Wanneer gaat de wettelijke bedenktijd lopen?

In een uitspraak van de kantonrechter in Rotterdam in februari 2016 is geoordeeld dat de bedenktijd begint te lopen nadat de partijen de vaststellingsovereenkomst hebben ondertekend. Dit is overigens afwijkend van het algemene overeenkomstenrecht, waarin uit mededelingen over en weer bij e-mail of WhatsApp wordt geconcludeerd dat er wordt voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste.

In een uitspraak d.d. 7 december 2016 gaat de kantonrechter in Leiden uit van hetgeen in het algemene overeenkomstenrecht geldend is en stelt dat de termijn al begint te lopen, nadat partijen schriftelijk en dit per e-mail overeenstemming hebben bereikt over de essentialia van de beëindiging van het dienstverband.

Er is dus nog geen eenstemmigheid over de aanvang van de bedenktijd.
Indien u als werknemer de ontbinding van de beëindigingsovereenkomst en dit om wat voor reden dan ook, wil inroepen dan dient u in dus goed op te letten of er niet, voorafgaand aan de feitelijke ondertekening van een schriftelijk stuk, per e-mail of WhatsApp al een overeenstemming is bereikt over de essentialia van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en dit om geen rechten te verliezen. Indien u dit niet zeker weet is het verstandig om tijdig een arbeidsrecht advocaat in Amsterdam te raadplegen.

UWV procedure.

De werkgever kan een ontslag aanvraag bij het UWV indienen wegens bedrijfseconomische redenen, of indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer langer dan twee jaar heeft geduurd. In de procedure bij het UWV wordt de werknemer in de gelegenheid gesteld om verweer tegen het verzoek in te dienen. Op het verzoek volgt uiteraard een beslissing van het UWV. Als het verzoek wordt toegewezen kan de arbeidsovereenkomst met de werknemer worden opgezegd.

Indien de werknemer het niet eens is met zijn ontslag/opzegging dan dient hij binnen twee maanden, na het einde van de arbeidsovereenkomst, een verzoekschrift in te dienen bij de kantonrechter, in welk verzoekschrift hij herstel van de dienstbetrekking kan verzoeken.

Tegen de uitspraak van de kantonrechter kan, in het geval de werknemer zich met deze uitspraak niet kan verenigen, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof. Hiervoor geldt een termijn van die maanden na datum van de uitspraak. Uiteraard geldt dit ook voor de werkgever.

Indien u verweer wenst te voeren in de procedure bij het UWV, dan wel een verzoek bij kantonrechter wenst in te dienen, dient u zo snel mogelijk een arbeidsrecht advocaat in Amsterdam in te schakelen. De advocaten van Oudaen advocatuur kunnen u hierbij adviseren en terzijde staan.

Transitievergoeding

In de wet en wel in artikel 7:673 BW, staat vermeld dat de werkgever aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd is, indien de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd en:

1. door de werkgever is opgezegd ; of
2. op verzoek van de werkgever is ontbonden; of
3. na een einde van rechtswege op initiatief van de werkgever niet aansluitend is voortgezet; of
4 de arbeidsovereenkomst als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever door de werknemer is opgezegd, of op diens verzoek is ontbonden.

Als aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan, dan dient de werkgever de transitievergoeding aan de werkgever te betalen. Indien de werkgever geen transitievergoeding aan de werknemer betaalt, dan dient de werknemer binnen drie maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst een verzoekschrift in te dienen bij de rechter. Na verloop van deze termijn kan de aanspraak op vergoeding niet in rechte worden afgedwongen.