Bel voor Advies: 020 646 11 84
arbeidsrecht

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging

Opzegging met instemming

Volgens artikel 7:671 BW kan de werkgever een arbeidsovereenkomst opzeggen, zonder dat hij toestemming heeft van het UWV of zich tot de kantonrechter heeft gewend, indien de werknemer schriftelijke toestemming heeft gegeven én hij voldoet aan de voorwaarden die vermeld staan in artikel 7:669 BW. Dit houdt in dat de werkgever de arbeidsovereenkomst kan opzeggen, indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer in een passende functie ( zo nodig met scholing) binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. De werkgever dient zich wel te houden aan de opzegtermijn ( artikel 7:673), en dient een transitievergoeding te betalen indien de arbeidsovereenkomst meer dan 24 maanden heeft geduurd.( artikel 7:673)

Opzegging zonder instemming

De werkgever kan de arbeidsovereenkomst ook opzeggen zonder instemming van de werknemer, indien toestemming is verleend door het UWV of de commissie als bedoeld in artikel 7:671a lid 2 BW, of als de ontslagtoets niet geld.

Wanneer geldt de ontslagtoets?

Omdat de preventieve ontslagtoets staat vermeld in artikel 7:671 BW is deze alleen van toepassing voor personen die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW.

Voor de volgende werknemers is de preventieve ontslagtoets niet van toepassing:

  • voor de werknemers die minder dan 4 dagen in de week hoofdzakelijk huishoudelijke taken in de huishouding van een natuurlijk persoon verrichten
  • voor de bestuurder van een rechtspersoon waarvan op grond van boek 2 BW herstel van de arbeidsovereenkomst niet mogelijk is
  • voor de werknemers die een geestelijke ambt bekleden
  • voor de Pensioengerechtigde werknemer indien arbeidsovereenkomst al voor het bereiken van de pensioenleeftijd/AOW leeftijd was aangegaan, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen

In de volgende situaties is de preventie ontslagtoets ook niet van toepassing:

  • indien de opzegging tijdens proeftijd geschiedt
  • bij een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet
  • indien de werknemer bij een bijzonder school/instelling werkzaam is en de reden voor de opzegging is gelegen in het handelen van de werknemer dat onverenigbaar is met de uit de godsdienst of levensbeschouwelijke grondslag voortvloeiende identiteit van de betreffende school/instelling, op voorwaarde dat voor de opzegging toestemming is verleend door een van de werkgever onafhankelijke commissie
  • indien de opzegging door het faillissement van de werkgever plaatsvindt of door toepassing van de schuldsanering natuurlijke personen

Opzegverboden en opzegtermijnen

In sommige gevallen mag de werkgever de arbeidsovereenkomst niet opzeggen. Indien de werkgever in strijd met het opzegverbod heeft gehandeld heeft de werknemer het recht om een beroep te doen op een vernietigingsgrond.

De wet maakt een onderscheid tussen wegens en tijdens verboden. Bij een tijdens-verbod mag in beginsel ook niet wegens een andere grond worden opgezegd. Bij een wegens-verbod mag alleen niet vanwege de specifieke reden worden opgezegd. De tijdens verboden staat vermeld in artikel 7:670 lid 1 t/m 4 en 10 BW :Tijdens verboden van artikel 6:670 BW

  • gedurende de tijd dat de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte twee uitzonderingen:
    •       indien de ziekte tenminste 2 jaar heeft geduurd
    •       of is aangevangen nadat een verzoek om toestemming als bedoeld in artikel 7:671a BW door het UWV of door de commissie als bedoelt in artikel 7:671 a lid 2 BW.
  • gedurende zwangerschap
  • gedurende de tijd dat de werknemer zijn militaire of vervangende dienstplicht vervult
  • gedurende de tijd dat de werknemer lid is van een ondernemingsraad
  • gedurende de tijd dat de werknemer is geplaatst op een kandidatenlijst voor of korter dan twee jaar geleden lid is geweest van een ondernemingsraad

Wegens verboden van artikel 6:670 BW

  • wegens lidmaatschap van een vakbond
  • wegens het bijwonen van politieke vergaderingen als bedoeld in artikel 7:643 BW
  • wegens de omstandigheid dat de werknemer zijn recht op een verlof krachten de Wet arbeid en zorg geldend maakt
  • wegens een overgang van onderneming ex artikel 7:662 e.v.
  • wegens de omstandigheid dat de werknemer geen instemming verleent aan het werken op zondag als bedoeld in artikel 5:6 Atw.

De tijdens-opzegverboden gelden niet bij een ontslag op staande voet en bij een correcte opzegging tijdens de proeftijd.

De tijdens-opzegverboden gelden ook niet bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of indien de werknemer instemt met de opzegging of een algemene bedrijfssluiting.

Opzegtermijnen

Indien er geen opzegverboden van toepassing zijn en de werkgever toestemming van het UWV of de commissie heeft dan kan de werkgever de arbeidsovereenkomst opzeggen. Bij het opzeggen van de arbeidsovereenkomst dient de werkgever een termijn in acht te nemen.

De opzegtermijn is afhankelijk van het aantal jaren dat de werknemer in dienst is geweest bij de werkgever. In artikel 6:672 BW staan de opzegtermijnen vermeld. De opzegtermijn duurt:

  • één maand indien de arbeidsovereenkomst korter dan vijf jaar heeft geduurd
  • twee maanden indien de arbeidsovereenkomst langer dan vijf jaar, maar korter dan tien jaar heeft geduurd
  • drie maanden als de arbeidsovereenkomst tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd
  • vier maanden als de arbeidsovereenkomst vijftien jaar of langer heeft geduurd

De opzegging dient tegen het einde van de maand te geschieden, tenzij bij schriftelijke overeenkomst een andere dag is overeengekomen.

Informatie over